De beoordelingscommissie kende op 3 mei 2020 de Dwaallicht Prijs 2020 toe aan Prof. dr Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel. Meer symbolisch kon bijna niet, want 2 dagen later werd Caroline Pauwels -met overweldigende meerderheid – herkozen in haar ambt van rector van de Vrije Universiteit Brussel.
De toekenning van de Dwaallicht Prijs heeft weliswaar geen enkele relatie met deze herverkiezing, maar sluit er dus toevallig bij aan. Zonder twijfel beantwoordt Caroline Pauwels aan het profiel dat de Dwaallicht Prijs zoekt bij de toekenning, i.c. een persoon die zich in het kader van het hoger onderwijs, maar vooral van de huidige maatschappij, bijzonder verdienstelijk maakt voor de uitstraling van het vrijzinnig gedachtegoed in het algemeen en het vrije denken in het bijzonder.
Caroline Pauwels is alumnus van de Uantwerpen; zij studeerde filosofie aan de voormalige UFSIA, alvorens de richting Communicatiewetenschappen te volgen aan de VUB, waar ze in 1995 promoveerde. Zij werd in 1998 hoogleraar binnen deze vakgroep.
Van 2000 tot 2016 was zij directeur van SMIT, een onderzoekscentrum dat zich specialiseert in de studie van informatie- en communicatietechnologieën. Zij heeft tal van publicaties op het gebied van communicatie en media op haar naam staan. In 2014 was ze titularis van de binnenlandse Francqui-leerstoel van de Universiteit Gent en tussen 2012 en 2016 was ze houder van de Jean Monnet Chair. Bijkomend zetelt of zetelde ze in verschillende raden van bestuur, functioneerde ze tevens als regeringscommissaris bij de VRT en is ze lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten.
Tot zover het wetenschappelijk ‘palmares’ van Caroline Pauwels. Evenwel staat zij daarbuiten model voor de strijd tegen sociale ongelijkheid. Zo pleit ze voor een radicaal humanisme dat het menselijke en dus ook het onvolmaakte vrijwaart; de mens is niet de maat van alle dingen, maar het menselijke staat centraal.
Als rector van een universiteit zet zij ook de jongeren van deze eeuw centraal, omdat zij de generatie vormen die antwoorden zal geven op zowel de technologische disruptie, de wereld van wantrouwen en verwarring, als de ecologische crisis. Wetenschappelijk vastgestelde evidenties op het vlak van klimaat en ecologie worden momenteel ontkend of genegeerd, en die jongeren zullen met de gevolgen daarvan moeten leven. Caroline Pauwels ondersteunt die jongeren ten volle in die uitdaging.
Sinds enkele jaren staat Caroline Pauwels ook bekend als pleitbezorger voor het behoud van de verlichtingstraditie, die volgens haar vandaag de beste basis vormt om duurzaam het hoofd te bieden aan de existentiële onzekerheden van het leven. Maar dan zullen we volgens haar, in een samenleving die steeds diverser wordt, op een andere manier over de Verlichting moeten praten. Zij bekijkt de Verlichting niet langer als een stel in steen gebeitelde eeuwige waarden, niet als een vorm van erfgoed, maar als een manier van in het leven te staan; als een open project, waaraan iedereen kan deelnemen en waaraan we samen vormgeven. Haar essay ‘Verlichting als levenskunst’, uitgegeven in 2018 ter gelegenheid van de Karel Pomalezing (ingekorte versie vindt u HIER), geeft daarvan een zeer duidelijk beeld.
Het is eenieder bekend dat Caroline Pauwels al een tijdje kampt tegen kanker. Alhoewel ze ingrijpende medische behandelingen moet ondergaan, betoont zij een ongelofelijke energie en grijpt ze die aandoening aan om de aandacht te verplaatsen naar o.a. die jongeren die de opleiding van arts volgen. En ze stelt daarbij vele vragen: “We testen, we ijken, we meten, maar dwingen we onze studenten niet te veel in een keurslijf? Is er nog wel voldoende plaats voor verwondering? En wat met bijna gediplomeerde geneeskundestudenten die plots te horen krijgen dat ze de specialisatie van hun keuze niet kunnen volgen? De plaatsen zijn beperkt. Al die inspanningen voor een droom die plots ver weg is. De verwondering gefnuikt.”
Door deze vragen heeft Caroline Pauwels ook het belang en de unieke kracht van verwondering, nieuwsgierigheid en verbeelding kernachtig proberen te vatten in een ander essay ‘Ode aan de verwondering’. Verwondering is wat ons voortstuwt, waardoor we onze talenten ontplooien, onze grenzen verleggen en uiteindelijk geluk vinden in wat we doen. Zij gaat ervan uit dat onze huidige maatschappij nog weinig ruimte laat voor verwondering en zich vooral uit in onverschilligheid, die zich kan keren tegen mensen die wel nog verwonderd zijn. Dat zijn dan naïeve dromers of gutmenschen.
Caroline Pauwels pleit er dan ook voor om de gave van de verwondering opnieuw te ontwikkelen, door onszelf te leren kennen, met anderen te praten, regelmatig iets te doen dat ons uit onze comfortzone haalt en van alles wat dagelijks is telkens weer iets bijzonders te maken.
In het essay ‘Ode aan de Verwondering’ houdt ze dan ook een bezield pleidooi om opnieuw met die kinderlijke blik naar de wereld te kijken. In wetenschap en kunst, maar ook in de grote en kleine momenten van elke dag.